Orale (micro)chirurgie

  • (Microscopische) endodontologie. Bij hevige kiespijn kunnen zenuwen en bloedvaten (pulpa) van een element betrokken zijn. Om ontstekingen te voorkomen of te verhelpen wordt het wortelkanaal met vijltjes leeggemaakt. Een wortelkanaalbehandeling is er dus op gericht bacteriën uit de wortelkanalen te verwijderen en de wortelkanalen goed af te sluiten. In een aantal gevallen is een meer gecompliceerde behandeling noodzakelijk. Het gebruik van een microscoop draagt bij aan een met precisie uitgevoerde behandeling. Een wortelkanaalbehandeling duurt 1,5 tot 2 uur en is met verdoving in principe pijnloos. Hou er wel rekening mee dat het nog een tijdje kan duren voordat de ontsteking helemaal weg is. Meestal verdwijnen de pijnklachten binnen enkele weken.
  • Extractie. Het trekken van een tand of (verstands)kies onder plaatselijke verdoving.
  • Implantologie. De tandarts vervangt één of meerdere tanden door implantaten. Deze schroeven in het kaakbot worden na het plaatsen voorzien van een kroon, brug, of een overkappingsprothese. Lees meer >>
  • Botopbouw en/of sinuslift. Indien er te weinig kaakbot aanwezig is om een implantaat van acceptabele lengte en breedte te plaatsen, wordt voorafgaand aan een implantatiebehandeling een (extractie)holte in het kaakbot opgevuld met een botsubstituut. In de bovenkaak wordt deze ruimte soms verkregen door de sinusholte via het tandvlees wat ‘op te duwen’ en hier het botsubstituut in achter te laten. De kaak heeft enkele maanden nodig te genezen alvorens met een implantatiebehandeling kan worden gestart.
  • Apexbehandeling. Indien er problemen zijn ontstaan tot in de punt van de wortel van een element, moet naast een wortelkanaal ook de wortelpunt worden behandeld. Via een kleine snede in het tandvlees boort de tandarts een holte in het kaakbot waardoor de wortelpunt bereikt kan worden. Ontstekingsweefsel kan op deze manier goed verwijderd worden. De ingreep geeft over het algemeen wat fellere pijn en langere gevoeligheid dan een wortelkanaalbehandeling.

Een goede uitgangssituatie van uw gebit qua mondhygiëne en bacterieflora bevordert het herstel en verkleint de kans op complicaties. Regelmatige controle door de tandarts, niet roken en een bezoek aan de mondhygiëniste dragen bij aan optimale mondhygiëne.

Meestal krijgt u een advies voor een desinfecterend mondspoelmiddel mee (Perio-Aid of Corsodyl, te kopen bij de apotheek). Hiermee start u een dag na de ingreep.

Veelvoorkomende problemen na orale chirurgie

Pijn. Nadat de anesthesie is verdwenen, is er waarschijnlijk enige pijn. De mate en duur van de pijn hangen af ​​van het type chirurgische ingreep dat u heeft ondergaan.  Voor pijnstilling gebruikt u eventueel 3 tot 4 maal daags paracetamol (500 mg 1 tablet / 1000mg 2 tabletten). Eventueel kan paracetamol afgewisseld worden met ibuprofen (400 mg / 600 mg, niet voor kinderen!).

Bloeding na chirurgie waarbij de kaak en het gezicht betrokken zijn is normaal en stopt meestal binnen acht uur na de ingreep. Druk uitoefenen met een gaaskompres kan aanzienlijk helpen.

Zwelling is een andere vaak voorkomende bijwerking, vooral bij dentale extracties en procedures waarbij weke delen betrokken zijn. Blauwe plekken kunnen bij sommige patiënten optreden, zowel in de wang als in het halsgebied. Dit komt vaker voor bij ouderen en bij patiënten die worden behandeld met bloedverdunners of steroïden.

Infectie is niet ongebruikelijk, maar wordt tegenwoordig minder gezien omdat risicovolle patiënten vaak preventieve antibiotica krijgen voorgeschreven.

Meer ernstige problemen

Ernstige problemen na orale of maxillofaciale chirurgie zijn zeldzaam, maar komen voor bij een klein percentage van de patiënten.

Plaatselijke verdoving kan lang een verdoofd gevoel in (delen van) de mond of kaak geven. In zeldzame gevallen kan het verwarring veroorzaken, samen met een zere keel, misselijkheid en slaperigheid. De effecten van anesthesie nemen meestal binnen 24 uur af.

Tandextracties brengen een risico met zich mee van een ‘dry socket’, een pijnlijke aandoening in de lege extractieruimte die zich enkele dagen na de operatie kan voordoen. In de onderkaak komt dit verschijnsel vaker voor dan in de bovenkaak. Met een ‘dry socket’ kan de extractieplaats niet goed genezen. Dit kan pijn veroorzaken doordat het bot en de zenuwen worden blootgesteld aan lucht. Er is helaas niet zo veel aan te doen om dit te voorkomen. Pijnstilling werkt meestal maar matig. Meestal duurt deze aandoening wel een week of twee.

Na sinuslift kan het sinusholtemembraan bloot komen te liggen of geperforeerd worden. Dat vereist extra genezingsduur. In sommige gevallen kan verdere behandeling of aanvullende chirurgie noodzakelijk zijn.

Als de zenuwen dicht bij de operatieplaats liggen kan dit een zenuwbeschadiging tot gevolg hebben, wat kan leiden tot een tijdelijke of in zeldzame gevallen langdurige aantasting van spraak, smaak of kauwen.

Risicofactoren en het voorkomen van complicaties.

Een goede mondhygiëne is natuurlijk van belang. Roken is aantoonbaar de grootste te voorkomen risicofactor voor complicaties na orale of maxillofaciale chirurgie. Patiënten die roken hebben meer kans op complicaties en langzamere genezing, en bovendien een grotere kans op het ontwikkelen van een infectie.

Regelmatige controle door de tandarts en mondhygiëniste en optimale mondhygiëne zijn zeer belangrijk.

Sommige chronische medische aandoeningen, zoals een aangetast immuunsysteem of diabetes, kunnen het herstel van kaakchirurgie beïnvloeden, evenals een reeds bestaande infectie. Jonge kinderen en ouderen lopen na een ingreep het grootste risico op complicaties.

Over het algemeen vermijdt u de meeste complicaties door de instructies van uw chirurg op te volgen en uw afspraak te houden voor een vervolgonderzoek.

Zelden doen een van deze potentiële complicaties opwegen tegen de voordelen van een aanbevolen procedure. Toch is het altijd raadzaam om met uw tandarts te praten over uw specifieke risicofactoren.